20 Sep 2021
blog

Rechtbank oordeelt over aansprakelijkheid van een doorstarter voor voortzetting van een onderneming

Blog

Op 17 februari 2021 heeft de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2021:1907) een vonnis gewezen over de aansprakelijkheid van een doorstarter jegens de gezamenlijke schuldeisers van een (na de doorstart) gefailleerde vennootschap. Het onderbrengen van de activiteiten van een vennootschap in een andere vennootschap is in beginsel niet onrechtmatig. Maar in deze zaak oordeelt de rechtbank dat de doorstarter wel onrechtmatig heeft gehandeld en dus aansprakelijk is. 

Voortzetting van de onderneming

De besloten vennootschap X hield zich bezig met de handel in machines en gereedschappen. In 2015 is X verhuisd naar het buitenland. In 2016 is X failliet verklaard. Volgens de curator van X heeft de besloten vennootschap Y op onrechtmatige wijze de onderneming van X voortgezet. Zo zou Y gebruik hebben gemaakt van de machines van X, in bedrijfspand waar X haar onderneming dreef, met het klantenbestand en de opdrachtportefeuille van X. Volgens de curator heeft Y hiervoor geen vergoeding betaald aan X. De curator start een procedure bij de rechtbank en vordert in die procedure onder meer een verklaring voor recht dat Y onrechtmatig heeft gehandeld jegens de gezamenlijke schuldeisers van X.

 

Peeters/Gatzen-vordering

De rechtbank stelt voorop dat het onderbrengen van de activiteiten van een vennootschap in een andere vennootschap in beginsel niet onrechtmatig is. Dat kan echter wel onrechtmatig zijn, indien de crediteuren van de leeg achtergebleven vennootschap worden benadeeld. De bij die benadeling betrokken partij kan voor de door de schuldeisers geleden schade aansprakelijk zijn. In het faillissement van een vennootschap kan de curator in geval van benadeling van de gezamenlijke schuldeisers ten behoeve van die gezamenlijke schuldeisers een vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad instellen tegen de bij benadeling betrokken derde. Als die vordering wordt toegewezen en betaald, valt de opbrengst in de failliete boedel. Die opbrengst kan vervolgens in overeenstemming met de wettelijke rangorde worden verdeeld onder de schuldeisers.

Een dergelijke vordering betreft een ‘Peeters/Gatzen-vordering’, vernoemd naar het arrest van de Hoge Raad uit 14 januari 1983 (ECLI:NL:HR:1983:AG4521) waarin deze vordering voor een curator werd ‘gecreëerd’.

 

Aansprakelijkheid van de doorstarter

Volgens de curator heeft Y van 2015 tot en met 2017 ingeschreven gestaan op het adres waar X (eveneens) haar bedrijfsactiviteiten uitoefende en heeft X bij haar (enkel administratieve) verhuizing in 2015 haar bedrijfsactiviteiten achtergelaten. Daarnaast is Y volgens de curator pas in het vierde kwartaal van 2015, na de verhuizing van X, aanzienlijke omzetten gaan maken. X heeft volgens de Belastingdienst vanaf 2016 geen omzet behaald. Op grond van onder meer die omstandigheden meent de curator dat Y een oneigenlijke doorstart vormt van X. De curator stelt voorts dat X door de oneigenlijke doorstart niet langer in staat is geweest om omzet te draaien en om haar verplichtingen jegens haar schuldeisers te voldoen.

Y betwist dat zij op onrechtmatige wijze de onderneming van X heeft overgenomen. Y stelt dat het personeel van X voor zichzelf was begonnen, dat Y een deel van de machines van X heeft gekocht en dat Y daarbij alleen zijdelings bij betrokken is geweest. Volgens Y heeft de curator voorts niet aangetoond dat X eigenaar was van de machines en dat Y gebruik heeft gemaakt van de machines en/of de goodwill van X.

De rechtbank stelt vast dat Y niet heeft betwist dat er met machines die eerder in gebruik waren bij X in het bedrijfspand waar X haar onderneming dreef door (grotendeels) dezelfde werknemers dezelfde activiteiten werden ontplooid. Ook heeft Y haar stelling dat zij daarbij slechts zijdelings betrokken is geweest en haar overige stellingen niet nader onderbouwd. De overige stellingen van de curator zijn ook onvoldoende betwist. Het had op de weg van Y gelegen om dat door de curator geschetste scenario gemotiveerd te betwisten, bijvoorbeeld door aan te geven dat zij haar omzet vanaf het vierde kwartaal in 2015 niet heeft behaald door de door de curator gestelde voortzetting, maar op een andere wijze. Nu Y dat niet heeft gedaan, gaat de rechtbank uit van de juistheid van de conclusie van de curator. Dat leidt ertoe dat de rechtbank de door de curator gevorderde verklaring voor recht dat Y onrechtmatig heeft gehandeld toewijst.

 

De schade

De curator stelt dat de door de onrechtmatige daad geleden schade moet worden begroot op het bedrag van de winst die Y door haar onrechtmatige daad heeft genoten. De curator vordert dat de volledige winst die Y heeft genoten, wordt afgedragen aan de curator.

De rechtbank oordeelt dat het, gezien hetgeen de curator daarover naar voren heeft gebracht in aanmerking nemend en het ontbreken van verweer door Y op dit punt, aannemelijk is dat de schuldeisers van X door de onrechtmatige daad van Y schade hebben geleden. Omdat de rechtbank zich echter niet in staat acht deze schade te begroten, zal zij Y veroordelen tot betaling aan de curator van een bedrag ter vergoeding van de schade die de gezamenlijke schuldeisers van X hebben geleden als gevolg van deze onrechtmatige daad, op te maken bij staat.

 

Conclusie

In deze kwestie kwam kennelijk vast te staan dat Y geen vergoeding voor de voortzetting heeft betaald aan X en dat X door de doorstart niet langer in staat is geweest om omzet te draaien en haar verplichtingen jegens haar schuldeisers te voldoen. Indien in dat geval de leeg achtergebleven vennootschap na de doorstart failleert, kan de doorstarter mogelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de gezamenlijke schuldeisers van de achtergebleven vennootschap door de doorstart lijden.

 

Deze blog is ook gepubliceerd op VAST (Verzekeringsrecht, Aansprakelijkheid, Sachade en Toezicht), een uitgave van M.A.D.Lex

Keywords

Aansprakelijkeidsrecht
Aansprakelijkheid
Curator
Doorstart
Faillissement
Peeters/Gatzen-vordering

Auteur(s)

Aaron Bouman

Advocaat bij Van Iersel Luchtman Advocaten te 's-Hertogenbosch