
Europese Commissie stelt fiscale prikkel voor eigen vermogen voor
Blog
Op 11 mei jl. heeft de Europese Commissie richtlijnvoorstel ‘debt-equity bias reduction allowance’ (oftewel: “DEBRA”) gepubliceerd. DEBRA voorziet in een aftrek op eigen vermogen en heeft als doel bedrijven aan te moedigen te investeren met eigen vermogen in plaats van vreemd vermogen. Tegelijkertijd wordt de aftrek op vreemd vermogen verder beperkt. Indien het richtlijnvoorstel DEBRA wordt aangenomen hebben lidstaten tot 31 december 2023 de tijd om dit in hun nationale wet te implementeren om vervolgens per 1 januari 2024 in werking te laten treden.
Achtergrond
Een bedrijf kan op verschillende manieren worden gefinancierd. In de praktijk blijkt dat bedrijven en hun aandeelhouders doorgaans de voorkeur geven aan een hoge mate van financiering met vreemd vermogen. Dit heeft met name te maken met het zogenaamde hefboomeffect, waarbij de aandeelhouder een hoger rendement haalt op het geïnvesteerde eigen vermogen als het bedrijf gebruikmaakt van vreemd vermogen. Daarnaast spelen fiscale motieven een belangrijke rol bij het bepalen van de vermogensstructuur van bedrijven. Het verschil in fiscale behandeling tussen eigen en vreemd vermogen kan een oorzaak hiervan zijn. Dit verschil komt er in hoofdlijnen op neer dat de vergoeding die een bedrijf aan de verschaffers van eigen vermogen (aandeelhouders) betaalt – te weten dividend – niet aftrekbaar is van de fiscale winst, terwijl de vergoeding die een bedrijf betaalt aan de verstrekkers van vreemd vermogen – rente – in beginsel wel aftrekbaar is. Daarnaast is ook een verlies op een lening normaliter aftrekbaar voor de geldschieter.
Om het fiscale voordeel van het financieren met vreemd vermogen te neutraliseren, kent de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (“Wet Vpb”) een aantal specifieke renteaftrekbeperkingen om misbruik of excessieve schuldfinanciering te voorkomen. Tot een aantal jaar geleden waren deze renteaftrekbeperkingen uitsluitend nationale aangelegenheden. Het valt op dat dergelijke maatregelen steeds vaker op EU-niveau worden genomen. Zo vloeien de meest recent geïntroduceerde renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb voort uit de eerste en tweede EU-belastingontwijkingsrichtlijn. Het betreft de generieke renteaftrekbeperking van artikel 15b Wet Vpb (op grond waarvan rente niet aftrekbaar is voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen rente meer bedraagt dan 20% van de winst, of meer dan € 1 miljoen) en de hybride mismatchmaatregel van artikel 12aa Wet Vpb (op grond waarvan de rente op een zogenaamd hybride financieel instrument niet in aftrek kan worden gebracht als de vergoeding bij de ontvanger niet belast is).
Het richtlijnvoorstel DEBRA past in de maatregelen die de afgelopen jaren op EU-niveau zijn genomen om het financieren met vreemd vermogen te ontmoedigen. Om bedrijven een extra stimulans te geven om bij de financiering te kiezen voor eigen vermogen bevat DEBRA, naast een additionele renteaftrekbeperking, een aftrek indien het eigen vermogen toeneemt. Op deze manier worden eigen vermogen en vreemd vermogen voor fiscale doeleinden (meer) gelijk behandeld.
DEBRA
Het richtlijnvoorstel DEBRA is in beginsel van toepassing op alle belastingplichtige bedrijven. Het voorstel noemt een aantal (mogelijke) specifieke uitzonderingen hierop (o.a. kredietinstellingen, investeringsfirma’s en verzekeringsmaatschappijen).
Aftrek bij toename van het eigen vermogen
Het voorstel bevat een aftrek indien het eigen vermogen van de belastingplichtige toeneemt. De aftrek bij toename van het eigen vermogen kan worden berekend door de grondslag voor de aftrek te vermenigvuldigen met het nominale rentepercentage.
Aftrek op eigen vermogen = Grondslag voor aftrek x nominaal rentepercentage
De grondslag bestaat hierbij uit het verschil tussen het eigen vermogen aan het einde van het fiscale jaar en het eigen vermogen aan het einde van het voorgaande fiscale jaar. Wanneer de grondslag van een belastingplichtige – die eerder de aftrek heeft genoten – negatief is in een jaar, zal een evenredig bedrag belastbaar worden gedurende 10 opeenvolgende jaren. Dit tot een maximaal bedrag waarmee het netto vermogen is vermeerderd waarover de aftrek is ontvangen.
Het nominaal rentepercentage wordt gebaseerd op twee componenten: het risico vrije rentepercentage en een risico-opslag. Het risico vrije rentepercentage is het risico vrije percentage met een looptijd van 10 jaar voor de valuta van de belastingplichtige. De risico-opslag is 1% of 1,5% bij MKB-ondernemingen.
De aftrek op het eigen vermogen is aftrekbaar tot 30% van het jaarlijks EBITDA van de belastingplichtige en voor een periode van 10 jaar. Wanneer de aftrek niet volledig kan worden gebruikt als gevolg van niet voldoende belastbare winst, mag de belastingplichtige de aftrek voor een onbeperkte periode voortwentelen. Aftrek die als gevolg van de 30%-regel niet mag worden gebruikt, kan worden voortgewenteld met een maximale periode van 5 jaar.
Renteaftrekbeperking
Daarnaast kent het voorstel een nieuwe renteaftrekbeperking op grond waarvan 15% van het surplus aan financieringskosten (kort gezegd: de rentelasten minus de rentebaten) niet aftrekbaar is. Ook voorziet het voorstel in regels voor de interactie tussen de voorgestelde renteaftrekbeperking en de reeds bestaande renteaftrekbeperkingen uit hoofde van de eerder genoemde EU-belastingontwijkingsrichtlijnen.
Anti-misbruik maatregel
Uit het voorstel blijkt dat lidstaten, om misbruik te voorkomen, voldoende maatregelen dienen te nemen om ervoor te zorgen dat de grondslag voor aftrek geen toename van vermogen bevat welke het resultaat is van:
- Het verstrekken van leningen binnen gelieerde ondernemingen;
- Een overdracht van deelnemingen of ondernemingsactiviteiten als een going concern tussen gelieerde ondernemingen;
- Een geldelijke bijdrage van een persoon die inwoner is van een jurisdictie die geen informatie uitwisselt met de lidstaat waar de belastingplichtige aftrek aanvraagt.
Observatie
Het richtlijnvoorstel DEBRA is vanuit Nederlands vennootschapsbelasting perspectief uniek te noemen. Tot op heden zijn in de Wet Vpb uitsluitend renteaftrekbeperkingen opgenomen om het financieren met vreemd vermogen minder aantrekkelijk te maken. Er zijn nog geen specifieke maatregelen om het financieren met eigen vermogen daadwerkelijk te stimuleren. De aftrek die op basis van deze richtlijn bij een toename van het eigen vermogen van bedrijven zal worden gegeven is dus een duidelijke trendbreuk met het verleden en zal er naar verwachting in combinatie met de nieuw voorgestelde renteaftrekbeperking in resulteren dat bedrijven daadwerkelijk vaker zullen kiezen voor het financieren met eigen vermogen in plaats van vreemd vermogen. Hierdoor zullen bedrijven, conform de doelstelling van DEBRA, ook (iets) weerbaarder worden bij economische tegenspoed.
Keywords
Auteur(s)
