23 Oct 2023
blog

Bank niet aansprakelijk voor (faillissements)fraude

Blog

Banken zijn op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (“Wwft”) verplicht om misbruik en fraude, zoals witwassen en terrorismefinanciering, te voorkomen. Ze dienen derhalve klantonderzoek te doen en transacties te monitoren. In een arrest van 22 augustus 2023 van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden stelde een curator de reikwijdte van deze wettelijke plicht aan de orde.

Wat speelde er?

In een geschil tussen de curator van Stichting Innodom enerzijds en ING Bank anderzijds, stond de vraag centraal of ING Bank voldoende had gedaan om te voorkomen dat de Stichting Innodom en haar crediteuren schade zouden lijden, door de stichting een zakelijke bankrekening te laten openen en niet (tijdig) in te grijpen bij misbruik.

 

Stichting Innodom was een tussenhandelaar bij de in- en verkoop van bouwmaterialen (pallets). De bestuurder van de stichting is op 14 september 2018 tot enig bestuurder van de stichting benoemd. Op dat moment stond hij onder beschermingsbewind. Kort daarvoor was deze bestuurder veroordeeld wegens verduistering en oplichting. In oktober 2018 is de bestuurder een “Overeenkomst Zakelijk Betaalpakket” met ING Bank aangegaan, waarbij een zakelijke bankrekening bij ING Bank werd geopend, met een kredietlimiet en een pinpas.

 

De afnemers van de stichting, verschillende bouwbedrijven, hebben pallets geleverd gekregen en ook betaald aan de stichting. De stichting heeft vrijwel alle facturen van haar leveranciers onbetaald gelaten. In ongeveer twee maanden tijd werd er door achttien stortingen van verschillende bouwbedrijven in totaal EUR 177.198,66 bijgeschreven op de bankrekening van de stichting. Van dit bedrag werd met de pinpas binnen twee maanden EUR 162.570,00 aan contant geld opgenomen. De stichting is op 14 mei 2019 in staat van faillissement verklaard.

 

De curator stelt dat de stichting en haar bankrekening werden misbruikt voor het plegen van fraude. De curator verwijt ING Bank in dit kader twee zaken. Ten eerste stelt de curator dat ING Bank de zakelijke bankrekening van de stichting heeft geopend zonder het vereiste cliëntenonderzoek te doen, terwijl er verschillende verdachte omstandigheden waren. De stichting werd geleid door een veroordeelde fraudeur die onder bewind stond en beweerde een onwaarschijnlijk hoge omzet te kunnen genereren met commerciële activiteiten, aldus de curator. Het tweede verwijt dat de curator ING Bank maakt, is dat ING Bank de bankrekening van de stichting niet heeft geblokkeerd toen er contante opnames werden gedaan direct na bijschrijvingen op de bankrekening.

 

De curator meent dat het aangaan van de “Overeenkomst Zakelijk Betaalpakket" met de stichting als (of) de daaropvolgende contante uitbetalingen paulianeus zijn in de zin van artikel 42 Fw en/of dat ING Bank onrechtmatig jegens de stichting of haar schuldeisers in het faillissement heeft gehandeld door schending van de op haar rustende zorgplicht. Op grond daarvan vordert de curator primair veroordeling van ING Bank tot betaling van het bedrag aan geverifieerde schulden met de kosten van het faillissement tot een maximum van de contante opnames, te vermeerderen met de wettelijke rente en kosten.

 

Oordeel rechtbank en hof

De vorderingen van de curator zijn door de rechtbank afgewezen. Ook het hoger beroep dat door de curator is ingesteld, slaagt niet.

 

Het hof verwerpt het hiervoor omschreven eerste verwijt van de curator en oordeelt dat ING Bank niet tekort is geschoten in het cliëntenonderzoek. ING Bank hoefde niet te weten dat de bestuurder onbevoegd was, omdat hij onder bewind stond. Bovendien was er geen reden om aan te nemen dat de stichting geen commerciële activiteiten zou mogen ontplooien. Daarbij wist ING Bank bij het openen van de bankrekening niet, noch had zij moeten weten, dat er een ernstig gevaar bestond dat deze zou worden gebruikt voor frauduleuze handelingen waardoor de stichting of haar crediteuren schade zouden lijden. Gelet op het voorgaande wijst het hof het beroep op artikel 42 Fw derhalve af, nu ING Bank geen wetenschap van benadeling had.

 

Voor wat betreft het tweede verwijt van de curator overweegt het hof dat ING Bank een publieke zorgplicht heeft om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen, maar dat deze niet bedoeld is om de belangen van de rekeninghouder of diens crediteuren te beschermen. Het hof voegt daaraan toe dat alleen in bijzondere gevallen een buitencontractuele zorgplicht kan worden aangenomen in het belang van derden, zoals in dit geval de crediteuren van de stichting, maar dat de curator geen omstandigheden heeft aangevoerd die een beroep op schending van een bijzondere zorgplicht rechtvaardigen.

 

De rol van de curator en de bank in geval van faillissementsfraude

De curator heeft in zijn hoedanigheid van curator een (toenemende) rol in het kader van faillissementsfraudebestrijding. In deze zaak lijkt sprake te zijn van fraude: volgens de curator zijn gelden van de bankrekening van de stichting weggesluisd door middel van grote contante privéopnames. Dat de curator in dit geval actie moest ondernemen, lijkt derhalve evident. De door de curator ingestelde actie richt zich volgens de rechtbank en het hof echter ten onrechte jegens ING Bank, omdat ING Bank geen steken heeft laten vallen bij het cliëntonderzoek en zij zich er niet van bewust was of had moeten zijn dat gefraudeerd werd met de bankrekening van de stichting. Daarbij lijkt een rol te spelen dat ING Bank niet haar spreekwoordelijke kop in het zand heeft gestoken, maar wel degelijk diverse informatieverzoeken aan de stichting heeft gedaan naar aanleiding van de contante opnames. Dat zij vervolgens mogelijk misleid is door de bestuurder van de stichting, valt niet aan ING Bank toe te rekenen. Geconcludeerd kan derhalve worden dat de wettelijke plicht van de bank om misbruik en fraude te voorkomen, niet zo ver gaat dat zij aansprakelijk is in het geval dat een bankrekening is gebruikt voor het plegen van fraude, zonder dat de bank daarvan op de hoogte was c.q. had moeten zijn.

Keywords

Bank
Faillissementswet
Fraude
Misbruik
Wwft

Auteur(s)

Ilse Harmsen

Advocaat bij Ten Holter Noordam

LinkedIn