Ook VVV-Venlo maakt succesvol gebruik van de WHOA
Blog
De WHOA blijkt een bruikbare procedure om financiële problemen van betaald voetbalorganisaties op te lossen. Na ADO Den Haag in 2022, is het nu ook VVV-Venlo gelukt om de schuldpositie, die grotendeels in de coronatijd is ontstaan, te herstructureren. Uiteindelijk stemmen alle klassen en het gros van alle schuldeisers in met het voorstel. Rechtbank Limburg ziet geen algemene gronden voor afwijzing van het homologatieverzoek en wijst het verzoek toe.
Achtergrond en aanleiding
VVV-Venlo B.V. (VVV-Venlo) is een betaald voetbalorganisatie die haar oorsprong in 1903 kent. Sinds het seizoen 2020-2021 speelt zij na degradatie in de Keuken Kampioen Divisie, het op één-na-hoogste niveau van het Nederlandse betaalde mannenvoetbal.
De betaald voetbalorganisaties zijn zwaar getroffen als gevolg van het intreden van COVID-19-pandemie en de hierop genomen maatregelen vanuit de overheid. VVV-Venlo ontving geruime tijd geen inkomsten uit kaartverkopen en horeca-activiteiten. Er zouden sponsorinkomsten zijn komen te vervallen en ook konden ruimtes in het stadion niet worden verhuurd. De degradatie in 2020 leidde bovendien tot lagere inkomsten voor het uitzenden van de wedstrijden op televisie. Hiertegenover zijn veel kosten in deze periode wel op hetzelfde niveau gebleven en zijn er dus schulden ontstaan. Overigens heeft VVV-Venlo wel gebruik gemaakt van steunmaatregelen van de overheid waaronder Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) en Tegemoetkoming Vaste Lasten. Uit de jaarverslagen over 2020-2022 volgt dat VVV-Venlo in het seizoen 2020-2021 een verlies leed van € 921.000, terwijl de NOW-steun een bedrag van € 1.200.000 bedroeg (Jaarverslag VVV-Venlo 2020-2021). In het seizoen 2021-2022 maakte VVV-Venlo een winst van € 165.000, maar ontving het een bedrag van € 645.000 aan NOW-steun (Jaarverslag VVV-Venlo 2021-2022). In het seizoen 2022-2023 is nog een verlies geleden van ca. € 2,14 miljoen (Jaarverslag 2022-2023).
VVV-Venlo wenst zelf aan haar schuldeisers een akkoord aan te bieden. Er is geen herstructureringsdeskundige of observator aangewezen.
Klassenindeling en voorstel
VVV-Venlo heeft haar schuldeisers als volgt in vier klassen ingedeeld:
- Klasse 1: Belastingdienst (preferent);
- Klasse 2: Schuldeiser met eigendomsvoorbehoud;
- Klasse 3: Concurrente schuldeisers (Inclusief MKB);
- Klasse 4: Gelieerde vennootschappen.
Uit de continuïteitsparagraaf van het Jaarverslag 2022-2023 volgt dat de Belastingdienst de grootste schuldeiser was. Uit dezelfde paragraaf volgt dat de beoogde fixatiedatum (de datum voor het bepalen van de omvang van de schulden die in het akkoord wordt meegenomen) 1 augustus 2023 is. De startverklaring is op 2 augustus 2023 ingediend.
Het voorstel aan de schuldeisers houdt in dat iedere schuldeisers op het ongedekte, concurrente deel van de vordering een uitkering van 20% ontvangt. De schuldeisers uit klasse 4 doen echter afstand van enige uitkering. Vermoedelijk krijgt de Belastingdienst hetzelfde percentage aangeboden als de concurrente schuldeisers als gevolg van het soepelere beleid dat tot 1 april 2024 geldt.
Stemming
Alle klassen hebben voor het akkoord gestemd. In klasse 3 hebben 58 schuldeisers gereageerd, waarvan 54 schuldeisers voor het akkoord hebben gestemd en 4 tegen. Aangezien alle klassen voor hebben gestemd, vormden de 4 tegenstemmende schuldeisers samen niet meer dan een derde van het totale bedrag aan vorderingen van schuldeisers die binnen Klasse 3 hun stem hebben uitgebracht (artikel 381 lid 6 Fw). VVV-Venlo verzoekt de rechtbank vervolgens het ontwerpakkoord te homologeren.
Toetsing rechtbank en homologatie
Aangezien alle klassen met het voorstel hebben ingestemd en geen van de tegenstemmende schuldeisers zich tot de rechtbank heeft gewend, is de toets van de rechtbank beperkt tot de algemene afwijzingsgronden (artikel 384 lid 2 Fw). De rechtbank beoordeelt of:
- VVV-Venlo in de toestand verkeert waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van haar schulden niet zal kunnen voortgaan (artikel 370 lid 1 Fw);
- alle schuldeisers op wie het akkoord betrekking heeft, tijdig voorafgaand aan de stemming daarvan in kennis zijn gesteld en op de juiste wijze op de hoogte zijn gebracht van de behandeling van het homologatieverzoek (artikel 381 lid 1 en artikel 383 lid 5 Fw);
- de informatie die in het akkoord en de bijlagen is opgenomen toereikend was en de stemming correct is uitgevoerd (artikel 375 en artikel 381 Fw);
- de schuldeisers op een correcte wijze zijn onderverdeeld in klassen (artikel 374 Fw);
- de schuldeisers voor het juiste bedrag tot de stemming zijn toegelaten;
- de nakoming van het akkoord voldoende is gewaarborgd;
- er andere redenen zijn om de homologatie af te wijzen.
De rechtbank komt op basis van de aangeleverde stukken tot de conclusie dat geen van de algemene afwijzingsgronden van toepassing is en homologeert het akkoord.
Keywords
Auteur(s)
