
Leasing Nederland pleit voor afschaffing van het fiscale bodem(voor)recht
Blog
In een position paper van 21 maart 2024 heeft Leasing Nederland-NVL (Nederlandse Vereniging van Leasemaatschappijen) haar visie gegeven op het bodem(voor)recht. Dit instrument van de belastingdienst, opgenomen in art. 21 en 22 Iw 1990, gekoppeld aan de in 2013 ingevoerde meldingsregeling van art. 22bis Iw 1990, staat al enige tijd ter discussie. Bekend is dat van de zijde van het Ministerie van Financiën wordt nagedacht over een ‘herijking’ van het bodem(voor)recht.
Inleiding
Met deze bijdrage wordt (uitsluitend) beoogd deze position paper, waarin Leasing Nederland-NVL pleit voor een “radicale afschaffing” van het bodem(voor)recht, te signaleren en aan te geven welke argumenten daarvoor door haar worden aangedragen. De paper is te vinden op: https://leasing-nederland.nl/2024/03/25/leasebranche-wil-einde-aan-bodemvoorrecht-van-de-fiscus.
Wat houdt het bodem(voor)recht ook alweer in?
Eerst nog even kort een beschrijving van het fiscale bodem(voor)recht. Het valt uiteen in ten eerste de mogelijkheid voor de fiscus om (op de voet van art. 22 lid 3 Iw 1990) beslag te leggen op de zaken die zich op de bodem van een belastingschuldige bevinden en die eigendom zijn van derden. Daar mag de fiscus zich op verhalen, tenzij sprake is van reële eigendom van die derde. Deze reële eigendom is nader uitgewerkt in art. 22.9.1 e.v. Leidraad Invordering 2008. Partijen die door een dergelijk bodembeslag kunnen worden geraakt zijn met name leasemaatschappijen en leveranciers met eigendomsvoorbehoud. Bodemzaken zijn in de praktijk vooral machines, inventaris, apparatuur e.d. Voorraden zijn geen bodemzaken. Het tweede onderdeel van het bodem(voor)recht wordt gevormd door de bodempreferentie van art. 21 lid 2 Iw 1990 en houdt kort gezegd in een voorrecht van de fiscus op de bodemzaken die eigendom zijn van de belastingschuldige, welk voorrecht vóór een bezitloos pandrecht gaat (meestal van de banken). Tijdens faillissement wordt dit bodemvoorrecht door de curator uitgeoefend op de voet van art. 57 lid 3 Fw. Dat leidt er in de praktijk vaak toe dat de curator de opbrengst van de (verpande) bodemzaken naar de boedel haalt en met name aanwendt voor de omslag van de algemene faillissementskosten.
De argumenten van Leasing Nederland-NVL
Leasing Nederland-NVL geeft een zevental argumenten voor afschaffing van het hiervoor (zeer bondig) beschreven bodem(voor)recht. Ten eerste belemmert dit instrument de financiering van het MKB “nodeloos en disproportioneel” doordat het de financiers juridisch in een onzekere positie brengt en een ernstige inbreuk vormt op het eigendomsrecht c.q. zekerheidsrecht van de financiers. Het tweede argument dat Leasing Nederland-NVL aandraagt is dat het bodem(voor)recht in de kern een onrechtvaardig en discriminerend instrument is omdat het zich vooral richt op bedrijven die uit de aard van hun activiteiten bodemzaken onder zich hebben zoals bijvoorbeeld de maakindustrie, datacenters en agrarische bedrijven. Ten derde is de regelgeving rondom het bodem(voor)recht complex en dat geldt in versterkte mate voor lease. Dit leidt volgens Leasing Nederland tot een administratieve belasting, terwijl er nooit echt zekerheid is of het gekozen model nu wel of niet waterdicht is. Ook de belastingdienst moet hiervoor capaciteit en kennis reserveren, die op andere terreinen van het belastingrecht aangewend kunnen worden. Het vierde argument van Leasing Nederland is dat de opbrengsten van het bodem(voor)recht voor het rijk nooit cijfermatig zijn aangetoond. Volgens Leasing Nederland-NVL wegen de opbrengsten bij lange na niet op tegen de financiële voordelen voor de “BV-Nederland” als het bodem(voor)recht niet zou gelden. Ten vijfde wordt erop gewezen dat in de praktijk de opbrengsten van het bodemvoorrecht grotendeels via de boedel lopen en er na betaling van de faillissementskosten (waaronder het salaris van de curator) voor de belastingdienst weinig of niets overblijft. Leasing Nederland-NVL noemt dat een “oneigenlijk gevolg” van het bodem(voor)recht. Dat de curator een essentiële rol speelt in de afwikkeling van faillissementen en het detecteren van fraude, wordt volgens Leasing Nederland-NVL door niemand betwist, echter de vergoeding dient naar haar oordeel op een andere wijze te worden geregeld. Het zesde argument is dat het bodem(voor)recht de toets van moderne wetgeving niet kan doorstaan en in Europees verband een “unicum” is dat aan buitenlandse investeerders moeilijk is uit te leggen en haaks staat op een uniforme Europese insolventieregeling. Als zevende argument wordt aangevoerd dat het bodem(voor)recht de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in de genoemde sectoren schaadt, omdat het bij het financieren van cruciale productiemiddelen een forse beperking oplevert.
Conclusies Leasing Nederland-NVL
Leasing Nederland-NVL rondt deze zeven argumenten als volgt af: “Nu er een redelijke unanimiteit is dat het bodem(voor)recht een rem op de financiering van het MKB zet en zelfs een blokkade kan zijn, vele partijen in het kredietproces met extra administratief werk en kosten opzadelt, terwijl de opbrengst voor het Rijk (nagenoeg) nihil is, kan de conclusie enkel zijn dat afschaffing zich opdringt.” Vervolgens wordt gesignaleerd dat een dergelijke afschaffing de lege boedelproblematiek in bepaalde typen faillissementen zal vergroten. Aangezien het maatschappelijke en economische belang bij een goede afwikkeling van faillissementen groot is, oppert Leasing Nederland-NVL het in het leven roepen van een “financieringsfonds” dat de betaling van het salaris van curatoren verzorgt. Zij voelt niet voor een mogelijke afdrachtplicht – richting de boedel – voor de leasebranche, met name niet als de leasemaatschappij financier is van specifiek objecten (objectfinanciering).
Slotopmerking
De tijd zal leren of en in hoeverre deze position paper van de kant van de leasebranche de discussie over de toekomst van het bodem(voor)recht weer nieuw leven gaat inblazen.
Keywords
Auteur(s)

advocaat bij Blauw Tekstra Uding Advocaten en hoogleraar fiscaal insolventierecht Radboud Universiteit.
