
Toewijzing art. 2:248-vordering ondanks 'weinig prudent' procederende curator
In het kort
Deze uitspraak illustreert en bevestigt de werking van de bewijsvermoedens van art. 2:248 lid 2 BW. Een curator stelt de statutair bestuurder, diens enige bestuurder en haar echtgenoot als feitelijk bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor het faillissementstekort. De curator voert aan dat er sprake is van een schending van de administratieplicht en de deponeringsplicht...
Voor het lezen van dit artikel is een abonnement nodig. Login of vraag een abonnement aan.
Geen abonnement?
Dank voor uw bezoek! Als bezoeker van HERO kunt u onze blogs en wetenschappelijke artikelen inzien, alsmede een indruk krijgen van de noten en praktijkgerichte artikelen. Om alles in te kunnen zien dient u zich als abonnee aan te melden. Der eerste zes weken is nu bovendien gratis kennismaking.
Neem een abonnementKeywords
Administratieplicht
Bestuurdersaansprakelijkheid
Bewijsvermoedens
Deponeringsplicht
Feitelijk bestuurder
Zaaknummer C/02/406189 / HA ZA 23-74 (E)
Vindplaatsen
Auteur(s)
