
Herstructurering 'besturingsmodel' leidt tot rechtmatige reorganisatie en boventalligheid directeuren
Blog
Reorganisaties zijn vaak onderdeel van een herstructurering binnen ondernemingen en kunnen voor zowel werkgevers als werknemers tot complexe juridische vraagstukken leiden. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een werknemer stelt dat een oude functie uitwisselbaar is met een nieuwe functie? En maakt het uit dat het gaat over directiefuncties? In een recente uitspraak van de kantonrechter stond deze vraag centraal in een geschil tussen Stichting Pluryn en twee voormalige directeuren. De zaak biedt waardevolle inzichten over uitwisselbaarheid van functies, selectieprocedures, de invloed van een sociaal plan en de rol van de ondernemingsraad. In deze blog bespreek ik de belangrijkste overwegingen van de rechter en wat deze uitspraak betekent voor de praktijk. Sta jij voor een reorganisatie? Lees mee voor praktische tips!
Op 18 oktober 2024 deed de kantonrechter in kort geding uitspraak in een zaak tussen twee voormalige directeuren en hun werkgever, Stichting Pluryn. De directeuren (niet zijnde statutair bestuurders), die boventallig worden verklaard na een reorganisatie, vorderen hun herplaatsing in nieuwe directiefuncties.
Achtergronden en uitspraak
De achtergrond van de procedure is de volgende. Stichting Pluryn ('Pluryn') – een organisatie die zorg en ondersteuning biedt aan mensen met complexe zorgvragen – voert in 2024 een herijking van het ‘besturingsmodel’ door (die met name ziet op de wijze van leidinggeven bij Pluryn), waarbij nieuwe directiefuncties worden geïntroduceerd. Als gevolg hiervan verdwijnen de huidige directiefuncties. Volgens het sociaal plan van Pluryn vindt herplaatsing primair plaats op basis van uitwisselbaarheid van functies. Voor zogeheten sleutelfuncties kan echter een selectie op geschiktheid worden uitgevoerd.
De eisers, voormalige directeuren Bedrijfsvoering, stellen dat hun 'oude' functies niet wezenlijk verschillen van de nieuwe functie van Pluryn Directeur Bedrijfsvoering (PDB). Zij voeren aan dat de reorganisatie onrechtmatig is en vragen om terugplaatsing in de nieuwe functies, met bijbehorende arbeidsvoorwaarden. Volgens de eisers zijn de oude en nieuwe functies grotendeels gelijk. Daarmee is sprake van uitwisselbaarheid en had Pluryn het afspiegelingsbeginsel moeten toepassen. Daarnaast voeren zij aan dat het selectietraject voor de sleutelfunctie niet transparant of objectief is uitgevoerd.
Pluryn stelt dat de nieuwe directiefuncties ingrijpend verschillen van de oude functies, onder meer door een verhoogd salarisniveau, locatie-overstijgende verantwoordelijkheden en een compacter directieteam. Hierdoor is volgens Pluryn geen sprake van uitwisselbaarheid. Bovendien heeft de reorganisatie de instemming van de Centrale Ondernemingsraad (COR) en is de selectie conform het sociaal plan uitgevoerd.
De kantonrechter oordeelt dat eisers een spoedeisend belang hebben bij een voorlopige voorziening, ondanks hun arbeidsongeschiktheid. Duidelijkheid over hun rechtspositie kan niet worden uitgesteld tot een bodemprocedure of een mogelijke UWV-ontslagaanvraag.
De kern van het geschil betreft de vraag of de oude functie DB uitwisselbaar is met de nieuwe functie PDB. De kantonrechter stelt vast dat er wezenlijke verschillen bestaan, waaronder:
- Salarisniveau: De functie PDB is hoger gewaardeerd.
- Werkgebied: De nieuwe functie omvat organisatie brede beleidsvorming, terwijl de oude functie meer lokaal gericht is.
- Omvang van het directieteam: Het aantal directeursposities is verkleind.
Het rapport van FWG Professional People, dat de niet-uitwisselbaarheid van de functies bevestigt, weegt hierbij voor de kantonrechter zwaar mee.
De kantonrechter oordeelt dat Pluryn, gelet op het sociaal plan, gerechtigd is om bij sleutelfuncties op geschiktheid te selecteren. De Centrale Ondernemingsraad (COR) heeft hiermee ingestemd. Zelfs als de nieuwe functie geen sleutelfunctie zou zijn, is selectie op geschiktheid gerechtvaardigd vanwege de ingrijpende wijzigingen in het functieprofiel.
Eisers betwisten ook de rechtmatigheid van het herijkingsplan zelf. De kantonrechter gaat hier niet in mee en verwijst naar een eerdere uitspraak van de Ondernemingskamer (ECLI:NL:GHAMS:2024:2748), waarin het hier in het geding zijnde besluit als redelijk en rechtmatig wordt bestempeld.
De kantonrechter wijst vervolgens alle vorderingen van de eisers af. De rechter oordeelt dat Pluryn handelt binnen de kaders van het sociaal plan en dat de selectieprocedure, hoewel betwist, geen aanleiding geeft om deze onrechtmatig te verklaren.
Belang voor de praktijk
Deze uitspraak biedt belangrijke inzichten voor werkgevers en werknemers bij herstructureringen, waaronder reorganisaties:
- Herstructurering en uitwisselbaarheid: Werkgevers moeten duidelijk onderbouwen waarom functies niet uitwisselbaar zijn. Rapporten van onafhankelijke bureaus kunnen hierbij een cruciale rol spelen.
- Sleutelfuncties en selectie: Het sociaal plan moet expliciet vermelden onder welke omstandigheden selectie op geschiktheid is toegestaan.
- COR-invloed: Instemming van de Centrale Ondernemingsraad biedt werkgevers een sterke basis voor de rechtmatigheid van reorganisatiebesluiten.
Voor werknemers benadrukt deze zaak het belang van tijdige en goed onderbouwde bezwaren tegen reorganisatiebesluiten.